ros Beiaard

ros Beiaard

Volgers

zaterdag 28 mei 2011

De sage van het Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen

vrij naar een verhaal uit 1930 van Joseph Van Wesemael en Robert Van den Abbeele

Tafereel 1     Feest in Parijs
De dinsdag na Sinksen van het jaar 801 geeft Karel een groot feest in Parijs, waarop alle edelen van zijn rijk uitgenodigd zijn. Een jaar voordien was hij tot Keizer gekroond door paus Leo III. Ook Aymon, Heer van Dendermonde, is uitgenodigd en trekt naar Parijs
Aymon, Heer van Dendermonde



Tafereel 2     Karels feest loopt uit de hand

Tijdens de feestdis vraagt Hugo Van Dordoen, neef van Aymon, een gunst aan Karel. Deze weigert en barst in woede uit. Hugo wordt onthoofd. Aymon en zijn gezellen verklaren de oorlog aan Karel en verlaten met veel rumoer het feest.



Tafereel 3     Tovenaar Malegys zorgt voor vrede
Na 16 jaar van oorlog snakt iedereen naar vrede. Malegys, een geletterde ridder en neef van Aymon, ontpopt zich tot bemiddelaar. Karel stemt in met de verloving van zijn nicht Adelheid met Aymon.

Tafereel 4     Aymon huwt met Adelheid, nicht van Karel de Grote
Door de oorlogen zijn Aymon en Adelheid mekaar uit het oog verloren. De gevoelens zijn echter gebleven. Na Karels akkoord staat niets hun huwelijk nog in de weg.



Tafereel 5     De geboorte van de Vier Heemskinderen
Tussen verschillende oorlogen in bevalt Adelheid van vier kloeke zonen. Zij worden in het geheim opgevoed in een nonnenklooster. Ondertussen heeft Karel ook een zoon gekregen, Lodewijk, die zijn opvolger zal worden.

Tafereel 6     Het gezin herenigd
Na jaren van onrust en verdriet van Adelheid komt Aymon opnieuw aan in Dendermonde. In de roes van het weerzien maakt Adelheid haar man duidelijk dat hij vader is van vier gezonde zonen waarvan Reynout de jongste maar de grootste en sterkste is.

Tafereel 7  Aymon, paardenfokker, leert zijn zonen de krijgskunstAymon, die zich bezighoudt met het fokken van uitzonderlijke paardenrassen, leert aan zijn zonen de krijgskunst. Zij oefenen met wapens en krijgen de mooiste paarden.


Tafereel 8     Aymon slaat zijn zonen tot ridder
Tijdens dagenlang durende feesten worden de Vier Heemskinderen geridderd. Zij krijgen gulden sporen en een machtig zwaard.


Tafereel 9     Reynout en zijn Ros Beiaard
Aymon leert aan zijn zonen de krijgskunst. Zij oefenen met wapens en krijgen de mooiste paarden. Geen enkel paard blijkt sterk genoeg voor Reynout. Tot Aymon een monsterachtig groot paard laat aanrukken. Dagen duurt het vooraleer Reynout dit reuzepaard kan temmen. De reus Reynout heeft zijn passend rijdier gevonden.

Tafereel 10     Lodewijk, zoon van Karel, blijft de Vier Heemskinderen uitdagenAymon is op weg om zijn vier zonen voor te stellen aan de koning. De afgunstige Lodewijk lijkt een dwerg naast de imposante Reynout. Lodewijk regelt dat de Vier Heemskinderen niet aan de feestdis geraken. Hij laat hen eten tussen de honden. De Vier Heemskinderen laten het hier niet bij.


Tafereel 11     Schaakspel op leven en dood
Na de aanstelling van Lodewijk tot troonopvolger weigert hij, spijts verzoek van de Koning, hoge ambten toe te kennen aan de Vier Heemskinderen. Lodewijk daagt Adelaert uit tot een schaakspel op leven en dood. Adelaert wint en Reynout onthoofdt Lodewijk.

Tafereel 12     De Vier Heemskinderen op de vlucht voor de wraak van KarelDe Vier Heemskinderen brengen alles in gereedheid voor een lange reis, zuidwaarts over de grenzen van Karels rijk. Zo komen ze terecht bij de heidense Koning Saforet, die hen, na jarenlange trouwe dienst, belazert. Saforet bekoopt het met zijn hoofd.


Tafereel 13     Reynout trouwt met Clarisse in Montalbaen
De Vier Heemskinderen helpen Koning Yewijn om het land van Saforet te veroveren. Reynout krijgt de hand van Saforets dochter Clarisse. Op een rots wordt voor hen een oninneembaar slot gebouwd dat Montalbaen wordt genoemd.



Tafereel 14     De Vier Heemskinderen bezoeken hun treurende moeder
Na vele jaren krijgen de Vier Heemskinderen heimwee naar hun moeder. Vermomd als pelgrims ondernemen zij de lange reis naar Dendermonde. Adelheid, ondertussen fel verouderd, is overgelukkig bij het weerzien.


Tafereel 15     Het Ros Beiaard gevangen
Omdat Aymon geen meineed wil plegen informeert hijzelf Karel over de terugkeer van de Vier Heemskinderen. Ritsaert, Writsaert en Adelaert laten zich overmeesteren. Beiaard wordt ook ontvoerd door 12 sterke soldeniers van Karel. Reynout weet te ontsnappen.



Tafereel 16     Een nieuwe list van tovenaar Malegys Op een listige manier weet Malegys de drie oudste Heemskinderen en het Ros Beiaard te bevrijden uit de handen van Karel de Grote. De herenigde Heemskinderen en het Ros Beiaard zetten opnieuw koers naar Montalbaen.


Tafereel 17     Karel belegert Montalbaen Karel wil echter de Vier Heemskinderen treffen en trekt met een groot leger naar Montalbaen. De belegering valt zwaar. Hongersnood dreigt. Reynout weigert zich over te geven en vertrekt samen met zijn broers op de rug van het Ros Beiaard.


Tafereel 18     Via Dinant terug naar Dendermonde Na weer een lange reis komen de Vier Heemskinderen bij de Maas en belanden in Dinant, waar ze niet welkom zijn. Wanneer het Ros Beiaard  uit de Maas op de oever wil springen, dreigt voor hem een hoge steile rots. Door zijn sprong scheurt een grote rotsblok af, zodat de achtervolgers in de Maas verdrinken.

de waternimphen

Tafereel 19     Vrede in ruil voor Beiaard 
Na hun terugkeer in Dendermonde, waar het Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen met blijdschap worden onthaald, dringt hun moeder aan op eeuwige vrede. Zijzelf onderhandelt met Karel die akkoord gaat mits uitlevering van het Ros Beiaard.

Tafereel 20     Het Ros Beiaard verdrinkt in de Dendermonding
Reynout wordt gedwongen om Beiaard naar de samenvloeiing van Dender en Schelde te brengen. Hij moet een zware molensteen om de nek van zijn trouw rijdier binden en het in het water leiden. Verschillende pogingen om het Ros te verdrinken mislukken. Pas op het moment dat Reynout, kapot van verdriet, zijn hoofd afwendt, verdwijnt het Ros Beiaard onder water in de kolkende stroom en verdrinkt.


 

vrijdag 27 mei 2011

De Praalwagens en decors

Eén van de elementen waarin de Dendermondse Ommegangen zich duidelijk onderscheiden van andere ommegangen in Vlaanderen is de kwaliteit en de originaliteit van de praalwagens. Op de site presenteren wij een selectie van praalwagens die te zien waren in vorige Ommegangen.

In de Ommegangen wordt niet alleen bijzondere aandacht geschonken aan de kwaliteit van de praalwagens, ook de paarden die deelnemen, worden met zorg geselecteerd.
Een afzonderlijke werkgroep, samengesteld uit experten waaronder de verantwoordelijken van Rijbaan Piet, De Zandruiters Appels en de Landelijke Rijvereniging, zijn in hoofdzaak belast met het recruteren van de mooiste trekspannen en paarden in zowel binnen- als buitenland.

De Spotnamen
In de verschillende Ommegangen wordt regelmatig aandacht geschonken aan de Dendermondse spotnamen.

De Knaptanden:
De spotnaam “Dendermondse knaptanden” komt traditioneel voor in de Ommegang. Hij komt al voor in 1631 en zou ontstaan zijn naar aanleiding van een onbekende vis die in de Dender rondzwom. Dit reusachtig gedrocht had een muil vol vreselijke tanden, waarmee het vervaarlijk knapte.
Gerdurende vele decennia was ‘knaptand’ een veelgebruikte naam in de spot die de rivaliteit tussen Aalst en Dendermonde ten top dreef. Vele Aalsterse hekeldichters maakten dankbaar gebruik van deze naam. In de Ommegang werd dit een fabelachtig dier met een kop, die geleek op een honden- of wolvenkop. Sinds 2005 steken de knaptanden in een volledig nieuw kleedje.

De Kopvleesfretters:
Ook deze spotnaam wordt gewoontegetrouw belicht in de Ommegang. ’Kopvleesfretters’ wijst op een bepaalde karaktertrek van de Dendermondenaren waarmee zij in de streek geplaagd worden. Men zegt dat zij dol zijn op wat in de volksmond ‘kopvlees’ genoemd wordt.
De reden hiervoor ligt niet zozeer in het bijzonder smaakgenot hieraan verbonden; zij is veeleer te zoeken in de typische karaktertrek van de snoever, de kale pronker. Spotlustige Aalstenaars beweerden dat de Dendermondenaren de krengen van honden uit de Dender opvisten om er kopvlees mee te maken. Maar ja, die van Aalst...

De Scheepstrekkers :
De spotnaam ‘Scheepstrekkers’ wordt uitgebeeld door praalwagen ’t Schipke, bevolkt met kleurrijke piraatjes. In de Ommegang verleent de Gilde der Vrije Pijnders zijn medewerking aan dit tafereel.
Een opvallend decorstuk is de verkleinde reproductie van een historische houten kraan. Hiermee wordt verwezen naar een vroegere activiteit van de pijnders: het laden en lossen van schepen met behulp van een kraan.

De makeleters:
De spotnaam “Makeleters” dateert uit de 15e eeuw. Makel zou geen makreel zijn, wel een kleinere riviervis, in vorm gelijkend op brasem, wel iets platter. In de Ommegang wordt deze spotnaam uitgebeeld door een groep vissersvrouwen die gerookte vis uitdelen aan de kijklustigen.

De Polydoorkes :

De spotnaam ‘Polydoorkes’ is een attentie van de Aalstenaars, die zinspeelt op de naam van Polydoor De Keyser, een geboren Dendermondenaar en later Lord Mayor van Londen. Hij werd op 26 augustus 1888 op luisterrijke wijze in zijn geboortestad ontvangen. De vreugde en de trots van de Dendermondenaren was groot, maar de spottende uitlatingen bleven niet achterwege.

De Flauzemakers :
 Dan zijn er nog de ‘Flauzemakers’ of ‘Paffers’ omdat de Dendermondenaren steeds voor bluffers werden gehouden…

donderdag 26 mei 2011

De drie Gildereuzen

Samen met het Ros Beiaard en andere dieren doen de mensvormige reuzen vanaf de 15e eeuw hun intrede in de processies. De Gildereuzen bewaren hier een hoogstaande traditie: ze dansen en buigen om het publiek te begroeten.
Gildeliederen, zoals “Heft ons Banier” en “Al die daar zegt: de Reus die komt”, zijn nog vrij algemeen bekend.

Indiaan

Tijdens een stoet in 1648 liet de Sint-Sebastiaansgilde zich vertegenwoordigen door een reuzin. De reuzin droeg een handboog en kreeg de welluidende naam ‘Jachtgodin’. In 1714 verscheen de gilde tijdens een optocht met een ‘nieuwe’ reus: Indiaan. Hij vertoonde opvallende gelijkenissen met de Jachtgodin uit 1648.
In die periode werden reuzen wel eens over-schilderd. Het is dus mogelijk dat Indiaan, nu met donkerkleurig gezicht en handen, de Jachtgodin is. De Indiaan herinnert aan de ontdekking van Amerika.
Indiaan is de reus van de Handboogschutters-gilde Sint-Sebastiaan en is 4,45 meter hoog en weegt 71 kg.

Mars


Deze reus stelt de Romeinse oorlogsgod voor en werd in de Renaissance herontdekt. Hij presenteert zich als de krijgsgod met een zwaard in de hand en een helm op het hoofd. Het is een pseudo-Romeinse helm met bovenaan een gevleugelde draak. De gebeeldhouwde lichaamsdelen stammen uit de 17e eeuw. Mars is 3,70 meter hoog en weegt 79 kg. Zijn hoofd is van beschilderd hout. Mars is de reus van de Kolveniersgilde Sint-Andries (buskruitschutters). Hij werd gehouwen in 1648 door de Mechelse beeldhouwer Valentyn Vander Lantscroon.

Goliath


De oorlogszuchtige Goliath was een reus die behoorde tot de bijbelse stam van de Filistijnen en die door David werd bestreden. De reus is 4,00 meter hoog en weegt 76 kg. Het hoofd is van beschilderd hout en meet 50 cm. Een drakenkop en een gegroefde greep sieren zijn kromzwaard. Een merkwaardige hoed doet dienst als hoofddeksel.
Goliath is de reus van de Kruisboog-schuttersgilde Sint-Joris en dateert van 1626.

Het lied van de Sint-Sebastiaansgilde noemt men 'Ons Banier'. Door de meeste Dendermondenaren wel gekend als het reuzenlied waar de Gruëte Manne op dansen tijdens hun jaarlijkse Ommegang. De oorspronkelijke tekst ging verloren, de refreinmelodie bleef echter bewaard en zou uit de 17e eeuw dateren. In 1856, ter gelegenheid van de plechtige inhuldiging van de Sint-Sebastiaansgilde, heeft Hendrikzone (E. Hiel) andere verzen gedicht. Godfried Stauff (Klemens Wytsman) heeft het refrein geharmoniseerd en de coupletten getoondicht
Heft Ons Banier
’t sein der vrijheid aller Belgen zoo dier
Wee die haar raken zou
Eerloos en zonder trouw
Ons Banier is ons dier
Ook dragen wij ze hoog en fier
God bevrijde Ons Banier

Als ’t Vaderland ons roept tot strijden,
nog vaardig van de aloude tijden,
zal Vlaanderens volksbestaan en macht,
zich vesten op der Gilden kracht,
de heldenroem zal nog herleven,
dat Belgen in den sporenslag
verhief, en Frankrijk schrikken zag.

O praelstuk van ons eigen glorie,
aanhoor ons Gildes grijz’ historie,
gesticht door eene prinsenhand,
hier eeuwen bloeit ons broederhand;
ons boek vereenigt trots te samen,
een reeks van grootsche vorstennamen;
en Vlaandrens Grave’s koningszoon,
uit liefde en gunst schonk u ten loon.

En, zie nu bij uw statig wapperen,
vergaert ons schutgeest zijne dappren,
wij komen allen hand in hand,
verbroedren voor het vaderland!
Onz’ zang zal van uw lof herschallen,
en immer klinkt aan Denderwallen,
o dierbare Standaert, wees gegroet,
aan u ons hart, aan u ons bloed.

dinsdag 24 mei 2011

Het Ros Beiaardhandvest

In de aanloop naar de Ros Beiaardommegang van 1990 werd in 1987 een Ros Beiaardhandvest opgesteld, met als doel de mondeling overgeleverde tradities in verband met het Ros Beiaard neer te schrijven voor het nageslacht.

1. Bescherming van de Ros Beiaardtraditie
Het Ros Beiaard, de Gildereuzen en het volledig folkloristisch patrimonium, die als vanouds deel uitmaken van de Ros Beiaardommegang van Dendermonde, zijn eigendom van de stad Dendermonde. Het stadsbestuur staat in voor de bewaring en de bescherming van dit patrimonium, dit in de meest brede betekenis van het begrip.

2. Het Ros Beiaardcomité
De Ros Beiaardommegang behoort tot het cultureel-folkloristisch erfgoed van de stad Dendermonde. Voor de verwezenlijking van de Ros Beiaardommegang doet het stadsbestuur een beroep op het Ros Beiaardcomité. Dit Ros Beiaardcomité stimuleert de publicitair-toeristische belangen van de Dendermondse Ros Beiaardsage en het gedachtengoed, ook tussen de Ommegangen in.

3. De Ros Beiaardtraditie
Het Ros Beiaard verlaat nooit het grondgebied van de oude stad Dendermonde, begrensd door de oude stadswallen. Het Ros Beiaard treedt enkel op ter gelegenheid van een Ros Beiaardommegang. De Ros Beiaardommegang heeft plaats om de 10 jaar, te beginnen in het jaar 1990.

Het Ros Beiaard kan bij hoge uitzondering van stal worden gehaald op voorwaarde dat:
•  het Ros Beiaardcomité hiervoor toelating verleent
geen Vier Heemskinderen het paard bestijgen
het Ros Beiaard door een minimum entourage wordt omringd

4. De Pijnders
Het Ros Beiaard wordt gedragen door de leden van de Gilde der Vrije Pijnders
van Dendermonde. De stad kan daartoe een vereniging erkennen die de Pijnders groepeert.

Deze “gilde” bestaat uit de volgende personen:
•   zij die in de Ommegangen van 1952, 1958, 1975 en 1990 het Ros Beiaard hebben gedragen
de afstammelingen in rechte lijn van hogergenoemde dragers
de Vier Heemskinderen uit vroegere Ommegangen en hun rechtstreekse afstammelingen

5. De Vier Heemskinderen
De Vier Heemkinderen worden aangeduid door het Ros Beiaardcomité.
Het Ros Beiaardcomité hanteert hiertoe volgende normen in orde van belangrijkheid:
•    
de Vier Heemkinderen zijn vier broers, die elkaar opvolgen in leeftijd, zonder dat deze opvolging  onderbroken wordt door de geboorte van een meisje
de Vier heemkinderen moeten alle vier in Dendermonde geboren zijn en minimaal 7 jaar en maximaal 21 jaar oud zijn op de dag van de Ommegang
hun ouders dienen eveneens in Dendermonde geboren te zijn en dienen er onafgebroken te wonen
in geval er meerdere kandidaten die aan de bovenstaande voorwaarden voldoen zal er rekening gehouden worden met de afstamming in rechte lijn
6. De minimum omkadering van het Ros Beiaard
De minimum omkadering van het Ros Beiaard bestaat uit:
1.   de Gildedeken
24 of 36 dragers
4 schragendragers
2 zuipdragers
2 ladderdragers
de Vedelaar

Tijdens de hele duur van de Ommegang speelt hij ononderbroken op zijn viool het Ros Beiaardlied.
Als gids onderlijnt hij de cadans van de Pijnders.
De Vedelaar bevindt zich volgens de regels links
voor het Ros.
Van 1952 tot 1990 nam Alfons Goethals vier maal na elkaar deze rol op zich. Iwert Goossens debuteerde als jongeling in de Ommegang van 2000 als Vedelaar en nam deze taak ook in 2010 graag op zich.


Kalleke Step

Kalleke Step leidt 't Peirt na de repetitie terug naar de Hollandse Kazerne
Kalleke Step is de lokale naam van de nar die sedert de 19e eeuw het Ros begeleidt. Voor het ontstaan van deze figuur moet men terug naar de tijd van Karel De Grote. Deze vorst had namelijk een bode in dienst. Later is de bode geëvolueerd tot een man in een narrenpak. De acrobaat houdt zijn linten in de hand die aan het bit van het Ros Beiaard bevestigd zijn.
Sedert de Ommegang van 1914 kent het volk de nar als Kalleke Step, de bijnaam van de toenmalige nar Louis Steppé.

Op 28 mei 2000 en 30 mei 2010 werd deze figuur met onuitputtelijk enthousiasme gespeeld  door Walter De Smet.


2.de Hellebaardiers
Zij vormen de traditionele erewacht van het Ros Beiaard en de drie Gildereuzen. Het is een groep figuranten die tot het laatste ogenblik bij het Ros blijft en het vergezelt naar zijn stal.


de Buskruitschutters


Op de hoeken van de Grote Markt heeft een peloton Buskruitschutters postgevat.
De schutters verhinderen het Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen de Grote Markt te verlaten. Ros Beiaard steigert en vecht. De strijd wordt verschillende keren herhaald. Ten slotte trotseert Ros Beiaard het vuur, breekt door en verdwijnt onder luid applaus.
De huidige Buskruitschutters worden gerekruteerd onder de Dendermondse brandweermannen.
3.
de Ros Beiaardharmonie die ononderbroken en uitsluitend de Ros Beiaardmelodie musiceert

7. Het Genootschap van de Vier Heemskinderen
Een genootschap van de Vier Heemskinderen groepeert alle Vier Heemskinderen die tijdens de Ommegangen het Ros Beiaard hebben bereden.
Zij worden bij iedere Ros Beiaardmanifestatie in de stad Dendermonde als eregasten uitgenodigd.

8. Wijziging van het Handvest
Het handvest omvat het geheel van aloude en in Dendermonde aanvaarde tradities. Het kan slechts aangepast worden door het Ros Beiaardcomité met de grootste omzichtigheid